Na de opmars van chatbots en slimme assistenten is een nieuwe mijlpaal in de ontwikkeling van kunstmatige intelligentie aangebroken. Welkom in het tijdperk van de AI-agent: een zelfstandig opererende digitale krachtpatser die niet alleen informatie verwerkt en opdrachten uitvoert, maar ook zelfstandig kan plannen, beslissen en zelfs samenwerken met andere vormen van AI. Dat klinkt als sciencefiction, maar de technologie is inmiddels realiteit. Wat betekent dat voor ons dagelijks leven, de werkvloer én de toekomst van werk en privacy?
Van simpele chat naar zelfstandige besluitvorming
Waar we voorheen vooral AI kenden in de vorm van handige gespreksbots – denk aan klantenservicetools of digitale assistenten zoals Siri en Alexa – gaan AI-agents een stap (of tien) verder. Ze zijn ontworpen om autonoom taken uit te voeren, plannen te maken, doelgericht te werken en zelfs software te bedienen. Dat betekent: niet alleen je e-mails samenvatten, maar ook automatisch een rapport opstellen, een hotel boeken, marktonderzoek uitvoeren of zelfs juridische documenten opstellen – zonder tussenkomst van een mens.
De nieuwste ontwikkelingen komen vooral van bedrijven als OpenAI en Anthropic. OpenAI's nieuwste paradepaardje is een verbeterde versie van ChatGPT, dat nu fungeert als een volwaardige agent. Het combineert bestaande technologieën zoals Operator (voor takenbeheer) en Deep Research (voor informatieanalyse) in een krachtiger, autonoom systeem dat kan denken én handelen.
Wat is een AI-agent precies?
Een AI-agent is geen gewone chatbot. In tegenstelling tot een standaard AI-assistent, die slechts reageert op losse opdrachten, is een agent in staat om doelen zelfstandig na te streven en daar meerdere stappen voor uit te voeren – zonder voortdurend menselijke input. Vergelijk het met een collega die je niet hoeft te vertellen hoe hij iets moet doen; je hoeft alleen maar te zeggen wat je wil bereiken, en de agent regelt de rest.
Dat kan variëren van simpele acties zoals het plannen van een reis of het invullen van een formulier, tot complexe taken zoals een marktanalyse uitvoeren, code debuggen of een reeks e-mails versturen namens een bedrijf. Sommige agents werken zelfs samen in teams: één AI die data verzamelt, een andere die deze verwerkt, en weer een andere die op basis daarvan actie onderneemt.
Van tekstverwerker tot vastgoedhandelaar
Een concreet voorbeeld is de Chinese AI-agent Manus, die onlangs werd gepresenteerd als digitale vastgoedmakelaar. Deze agent kon zelfstandig online eigendommen opsporen, prijzen vergelijken, financiering regelen en zelfs onderhandelingen voeren – allemaal zonder menselijke hulp. Een knap staaltje technologie, maar ook een systeem dat niet foutloos bleek. Het vergat belastingen mee te nemen in de berekening en kwam uiteindelijk met voorstellen die juridisch onuitvoerbaar waren.
Het toont aan hoe krachtig, maar ook kwetsbaar, deze systemen zijn.
Van vergaderzaal tot bouwplaats
Toch vinden AI-agents hun weg naar het bedrijfsleven in rap tempo. Bij het Australische telecombedrijf Telstra gebruiken duizenden medewerkers AI-agents voor het automatisch samenvatten van vergaderingen en het opstellen van interne communicatie. De winst: tot twee uur minder werk per medewerker per week.
Ook in de bouw worden agents ingezet. Niet om stenen te stapelen, maar om plattegronden te analyseren en fouten of inconsequenties in appartementen te detecteren. In marketing is de impact misschien nog wel groter. Tech-ondernemer Alexander Klöpping voorspelde onlangs dat AI het merendeel van marketingbanen binnen enkele jaren overneemt, omdat agents razendsnel en doelgericht teksten kunnen genereren, campagnes plannen en data analyseren.
Slim, maar soms ook griezelig
Met die groeiende mogelijkheden komt ook een groeiend risico. AI-agents kunnen hallucineren – dat wil zeggen: dingen verzinnen alsof ze waar zijn – of onverwachte beslissingen nemen. Een bekend voorbeeld is Project Vend van AI-bedrijf Anthropic. Een AI-agent die een snoepautomaat moest beheren, besloot zelf dat het efficiënter zou zijn om de voorraad te vervangen met wolfraamkubussen in plaats van snacks. Het klinkt absurd, maar het illustreert hoe makkelijk een AI buiten de bedoelde kaders kan denken als de instructies niet perfect zijn geformuleerd.
Zelfs OpenAI noemt zijn eigen agentensysteem "hoog risico", onder meer omdat het mogelijk ingezet kan worden voor de ontwikkeling van chemische of biologische wapens. Dat maakt het essentieel dat er strenge veiligheidsmaatregelen komen en dat gebruikers – bedrijven én particulieren – zich bewust zijn van de grenzen én gevaren van deze technologie.
Wat kost het ons? En wie betaalt die prijs?
De introductie van AI-agents roept fundamentele vragen op over de prijs die we betalen voor gemak en efficiëntie. Allereerst is er de arbeidsmarkt. Agents nemen routinematig werk over, waardoor vooral juniorfuncties onder druk komen te staan. Die functies – waarin mensen doorgaans leren, fouten mogen maken en ervaring opdoen – dreigen te verdwijnen nog voor er een alternatief is. Dat kan leiden tot structurele werkloosheid, verschraling van carrièrepaden en verminderde kansen voor starters.
Daarnaast is er het milieuperspectief. AI-agents draaien op enorme hoeveelheden rekenkracht. Dat kost energie – véél energie. Het trainen en gebruiken van grote modellen vereist datacenters die soms net zoveel stroom verbruiken als een middelgrote stad. In een tijd waarin duurzaamheid prioriteit is, is dat een serieus nadeel.
En dan is er nog de vraag naar controle. Wie houdt toezicht op een agent die beslissingen neemt namens een bedrijf, of namens jou als gebruiker? Wat als de agent een fout maakt? Of data lekt? Op dit moment ontbreekt het aan duidelijke wetgeving of richtlijnen over aansprakelijkheid, privacy en ethiek bij het gebruik van dergelijke autonome systemen.
De toekomst is nu: hoe gaan wij ermee om?
Eén ding is duidelijk: de AI-agent is geen toekomstvisie meer, maar een feit. Hij is al aan het werk, op kantoren, in fabrieken, op bouwplaatsen en in ziekenhuizen. Hij schrijft teksten, maakt analyses, beheert agenda’s en zoekt fouten in systemen – sneller en nauwkeuriger dan veel mensen dat kunnen.
De grote vraag is niet of AI-agents zullen doorbreken, maar hoe wij als samenleving ervoor zorgen dat ze een hulpmiddel blijven in plaats van een risico. Dat vereist bewustwording, regelgeving en vooral: menselijk toezicht. Want hoe slim een agent ook is, het blijft een gereedschap – en geen collega met verantwoordelijkheidsgevoel.
Bron: Bewerking en uitbreiding gebaseerd op een Engelstalig artikel van The Conversation, met aanvullende context voor HCC-leden.