In de wereld van technologie speelt zich momenteel een ongekende krachtmeting af. Niet tussen computersystemen of algoritmes, maar tussen mensen. Toptalent op het gebied van kunstmatige intelligentie (AI) is zeldzaam, schaars en zo waardevol geworden dat het lijkt alsof de transfermarkt van het internationale topvoetbal zich heeft verplaatst naar Silicon Valley.
Grote techbedrijven trekken alles uit de kast om de slimste koppen aan zich te binden. Tekenbonussen van tientallen miljoenen dollars zijn daarbij geen uitzondering meer – met uitschieters tot zelfs 100 miljoen dollar. De strijd om de AI-specialist is losgebarsten.
Persoonlijke telefoontjes van Zuckerberg
De inzet is torenhoog. Zo hoog zelfs dat Mark Zuckerberg, CEO van Meta (het moederbedrijf van Facebook, Instagram en WhatsApp), zelf de telefoon pakt en e-mails verstuurt om AI-experts persoonlijk over te halen voor hem te komen werken. Maar tot nu toe blijkt het lastig om het sterrenteam van concurrent OpenAI los te weken. Volgens Sam Altman, CEO van OpenAI, heeft niemand van zijn kernteam de overstap naar Meta gemaakt, ondanks de extreme vergoedingen die worden geboden.
En die vergoedingen zijn allesbehalve bescheiden. Medewerkers van OpenAI verdienen momenteel tussen de 240.000 en 1,3 miljoen dollar per jaar. Bij Meta ligt dat plafond zelfs boven de 3,7 miljoen. Toch zijn het vooral de tekenbonussen die voor opgetrokken wenkbrauwen zorgen: sommige talenten krijgen gegarandeerde premies van 100 miljoen dollar bij ondertekening van een contract. Het doet denken aan de bedragen die normaal gereserveerd zijn voor topvoetballers en Hollywoodsterren.
Een miljardenindustrie in opbouw
Dat bedrijven zó ver gaan, zegt alles over het strategisch belang van AI. De technologie is bezig een sleutelrol te veroveren in vrijwel alle sectoren: van gezondheidszorg tot marketing, van transport tot communicatie. AI belooft productiviteit te verhogen, kosten te verlagen en nieuwe verdienmodellen te openen. OpenAI is inmiddels marktleider, met meer dan 400 miljoen gebruikers wereldwijd, waarvan ruim 3 miljoen betalende klanten. Ter vergelijking: twee jaar geleden lag dat aantal op slechts 600.000.
Meta, dat eerder de boot leek te missen, probeert met investeringen op topsnelheid in te halen. En niet zonder succes: het bedrijf presenteerde recent beter dan verwachte kwartaalcijfers. De AI-gestuurde verbetering van advertentie-inkomsten speelde daarin een sleutelrol. Maar dat succes moet worden vastgehouden – en liefst uitgebreid.
Opkoopstrategieën en miljardeninjecties
Om dat voor elkaar te krijgen, grijpt Meta naar radicale middelen. De onderneming investeerde recent 15 miljard dollar in Scale AI, mede met het oog op het binnenhalen van topman Alexandr Wang – een zwaargewicht binnen de AI-gemeenschap. Het opkopen van hele bedrijven om talent binnen te halen is inmiddels een bekend fenomeen geworden. OpenAI deed onlangs hetzelfde door voor 6,5 miljard dollar het bedrijf van Apple-icoon Jony Ive over te nemen.
Ook andere techreuzen laten zich niet onbetuigd. Google, Microsoft, Apple en Tesla-CEO Elon Musk investeren elk miljarden in AI-initiatieven. Nieuwe start-ups worden in recordtempo opgestart, gefinancierd en gewaardeerd op astronomische bedragen – in veel gevallen zonder dat er al een werkend product is.
Een race tegen de klok
Toch rijst de vraag of bedrijven als Meta en Apple hun achterstand op koplopers als OpenAI nog kunnen inhalen. Volgens Financial Times zijn er signalen dat AI-specialisten Meta liever mijden, mede vanwege reorganisaties op de AI-afdeling. Apple is traditioneel voorzichtig: het technologiebedrijf zegt pas AI-toepassingen te lanceren als die voldoen aan de bekende hoge kwaliteitsnormen.
Ondertussen toont ook China zich steeds nadrukkelijker op het AI-toneel. Het land maakte onlangs indruk met DeepSeek, een AI-systeem dat met relatief lage kosten vergelijkbare prestaties neerzet als de Amerikaanse concurrentie. Het geopolitieke en economische belang van AI wordt hiermee nog scherper zichtbaar.
Kritiek of kansen?
Toch zijn niet alle analisten somber over Meta en Apple. Volgens Jos Versteeg, analist bij Insinger Gilissen, wordt de kritiek op beide bedrijven overdreven. “Meta’s AI-model Llama4 is het populairste model in de VS,” zegt hij. “Dat zij groots investeren, is geen paniek, maar strategie.” De koers van het aandeel Meta steeg dit jaar al met meer dan 20%, meer dan die van bijvoorbeeld Microsoft.
En Apple? Dat speelt zijn eigen spel, aldus Versteeg. “Dat bedrijf is zelden de eerste, maar als ze instappen, doen ze het goed. Denk aan de iPhone en Apple Watch.”
Conclusie: het gevecht is pas begonnen
De wereldwijde strijd om AI-talent is nog lang niet gestreden. Grote spelers zetten hun miljarden in als munitie, terwijl de concurrentie – uit zowel het Westen als het Oosten – toeneemt. Voor de AI-specialisten zelf is het een droomscenario: nooit eerder was hun kennis zó schaars, zó gewild en zó goed betaald. De grote vraag is: wie bouwt als eerste het AI-team dat de toekomst gaat bepalen?
(Gebaseerd op een eerder artikel op AD.nl)