The New York Times sluit historische deal met Amazon voor AI-training — terwijl juridische strijd met OpenAI voortwoedt

Deel dit artikel

,

The New York Times

In een onverwachte wending binnen het snel evoluerende medialandschap heeft The New York Times een opmerkelijke overeenkomst gesloten met technologiegigant Amazon. Voor het eerst in haar bestaan geeft de prestigieuze Amerikaanse krant toestemming om haar journalistieke content te gebruiken voor het trainen van kunstmatige intelligentie (AI).

Amazon mag voortaan gebruik maken van het rijke archief aan artikelen van The Times om zijn generatieve AI-modellen — waaronder Alexa's spraakassistentie en andere opkomende toepassingen — slimmer en informatiever te maken.

Deze strategische samenwerking markeert een opmerkelijke koerswijziging voor The New York Times, dat tot voor kort nog fel gekant was tegen het gebruik van haar content voor dergelijke doeleinden. Sterker nog, de krant voert momenteel een gerechtelijke strijd met OpenAI, het bedrijf achter ChatGPT, omdat die volgens The Times op onrechtmatige wijze gebruik heeft gemaakt van haar journalistieke werk.

Van boycot naar businessmodel: The Times kiest een nieuwe AI-koers

Jarenlang hield The New York Times de boot af als het ging om het inzetten van haar waardevolle journalistieke materiaal voor AI-training. De krant beschouwde het zonder toestemming gebruiken van haar content als een inbreuk op het intellectueel eigendom — een zorg die breed gedragen wordt in de media-industrie. Maar met de explosieve opkomst van generatieve AI, en de miljardeninvesteringen die grote techbedrijven erin pompen, lijken de spelregels te veranderen.

Hoewel de exacte financiële details van de deal met Amazon niet openbaar zijn gemaakt, gaat het naar verluidt om een meerjarige licentieovereenkomst waarbij The Times zowel financieel als strategisch meeprofiteert van de ontwikkeling van nieuwe AI-technologieën.

De juridische schaduw: strijd met OpenAI blijft hangen

Wat de deal extra interessant maakt, is het feit dat The New York Times nog altijd in een juridisch steekspel verwikkeld is met OpenAI. Eind 2023 diende de krant een klacht in tegen het AI-bedrijf, waarin zij stelt dat OpenAI haar artikelen zonder toestemming of compensatie gebruikte om zijn taalmodellen te trainen. Volgens The Times is dat niet alleen een schending van auteursrechten, maar vormt het ook een bedreiging voor de toekomst van onafhankelijke kwaliteitsjournalistiek.

De timing van de samenwerking met Amazon roept vragen op: is deze deal een voorbode van een bredere trend waarin media-instellingen kiezen voor samenwerking in plaats van confrontatie? Of is het eerder een slimme strategische zet om hun intellectuele eigendom proactief te gelde te maken voordat anderen dat zonder toestemming doen?

Internationale mediabedrijven sluiten massaal deals met AI-reuzen

The New York Times is niet de eerste grote nieuwsorganisatie die overstag gaat. De voorbije maanden zagen we hoe meerdere toonaangevende mediagroepen hun digitale deuren openden voor AI-bedrijven — in ruil voor financiële compensatie en zichtbaarheid.

News Corp, het moederbedrijf van onder meer The Wall Street Journal, The Times (UK) en The Daily Telegraph, sloot eerder een omvangrijke deal met OpenAI. Ook Axel Springer, de Duitse uitgever achter Politico, Bild en Die Welt, gaf OpenAI toegang tot zijn content. Verder sprong ook Le Monde, een van de meest gerespecteerde kranten in Frankrijk, op de AI-trein. De Amerikaanse krant The Washington Post volgde snel. Ondertussen koos Associated Press (AP) ervoor om samen te werken met Google — nog een andere reus in het AI-ecosysteem.

Een nieuwe symbiose tussen journalistiek en technologie

Wat ooit begon als een strijd om auteursrecht en controle over informatie, lijkt nu langzaam te veranderen in een pragmatisch huwelijk tussen journalistiek en technologie. AI-bedrijven hebben nood aan hoogwaardige, feitelijke content om hun modellen geloofwaardig te trainen. Mediabedrijven zoeken op hun beurt nieuwe inkomstenstromen en manieren om hun bereik te vergroten in een digitale wereld waarin advertenties alleen niet meer volstaan.

De samenwerking tussen The New York Times en Amazon zou wel eens een belangrijk kantelpunt kunnen zijn. Niet alleen symbolisch — als een van 's werelds meest invloedrijke nieuwsmerken zich openstelt voor AI-integratie — maar ook als blauwdruk voor toekomstige samenwerkingen tussen technologie en media.

Wat brengt de toekomst?

Voorlopig blijft het onduidelijk of de deal met Amazon ook impliceert dat The Times haar rechtszaak tegen OpenAI zal heroverwegen of staken. Wat wel duidelijk is: in een wereld waarin AI steeds meer verweven raakt met het dagelijks leven, zullen journalistieke organisaties keuzes moeten maken. Blijven ze vasthouden aan traditionele modellen en bescherming van content? Of zoeken ze juist samenwerking, invloed en nieuwe verdienmodellen?

De deal tussen The New York Times en Amazon laat zien dat beide strategieën — confrontatie én samenwerking — op dit moment nog naast elkaar kunnen bestaan. Maar voor hoelang nog?

'Meld je aan voor de nieuwsbrief' van HCC!artificieleintelligentie

'Abonneer je nu op de nieuwsbrief en blijf op de hoogte van onze activiteiten!'

Aanmelden