De opkomst van kunstmatige intelligentie (AI) maakt veel los onder Nederlandse werknemers. Volgens een internationaal onderzoek van hr- en payrollbedrijf ADP geeft 7 procent van de werkenden in Nederland aan erg bang te zijn hun baan te verliezen door AI. Nog eens een grotere groep zegt zich enigszins zorgen te maken. Vooral jongeren tussen de 18 en 26 jaar blijken ongerust: in deze leeftijdscategorie ligt het percentage op 12 procent.
Angst én hoop
De cijfers laten zien dat er niet alleen sprake is van angst, maar ook van hoop. Zo verwacht 11 procent van de Nederlanders dat AI een positieve invloed zal hebben op hun werk. Zij denken dat AI bepaalde saaie of repetitieve taken kan overnemen, waardoor er meer ruimte komt voor creativiteit, klantcontact en innovatie. Het beeld in andere delen van de wereld is vaak nog rooskleuriger. In Afrika en het Midden-Oosten is bijna 27 procent van de werknemers optimistisch over de impact van AI. Dat is bijna tweeënhalf keer zoveel als in Nederland.
Volgens de onderzoekers is dit verschil deels cultureel te verklaren. In regio’s waar economische groei sneller gaat en nieuwe technologie vaak sneller wordt omarmd, zijn werknemers doorgaans enthousiaster. In Europa en dus ook Nederland is men traditioneel terughoudender en kijkt men kritischer naar mogelijke nadelen, zoals baanverlies en privacyvraagstukken.
Verschillen per sector en leeftijd
Het onderzoek maakt ook duidelijk dat de houding ten opzichte van AI sterk varieert per sector. Werknemers in de financiële dienstverlening en de technologiesector zijn het meest optimistisch. Zij zien AI als een hulpmiddel dat processen kan versnellen, analyses kan verbeteren en nieuwe verdienmodellen mogelijk maakt.
Heel anders ligt dat in sectoren als de productie-industrie en de logistiek, waar medewerkers juist bang zijn dat hun werk door slimme robots of geautomatiseerde systemen verdwijnt. Ook 55-plussers zijn opvallend sceptisch: velen verwachten weinig voordelen van AI en vrezen dat zij de snelle technologische ontwikkelingen moeilijk kunnen bijbenen.
De bredere context: banen veranderen
Hoewel sommige werknemers vrezen dat hun baan verdwijnt, benadrukken arbeidsmarktdeskundigen dat AI vooral zal zorgen voor een verschuiving van taken. Veel functies zullen veranderen in plaats van verdwijnen. Zo kan een administratief medewerker zich meer gaan richten op klantadvies, omdat AI repetitieve invoerwerkzaamheden overneemt. Docenten kunnen lesmateriaal sneller laten voorbereiden en zich daardoor meer concentreren op persoonlijke begeleiding van leerlingen.
Volgens ADP is het belangrijk dat werkgevers hun medewerkers actief meenemen in dit proces. Omscholing en bijscholing worden cruciaal om ervoor te zorgen dat werknemers niet buitenspel komen te staan. Bedrijven die investeren in training, digitale vaardigheden en het slim inzetten van AI, kunnen juist profiteren van de technologische revolutie.
Conclusie
Het onderzoek schetst een gemengd beeld: waar een deel van de Nederlanders vooral risico’s ziet, richt een ander deel zich juist op de kansen. AI kan banen onder druk zetten, maar kan ook helpen werk beter, sneller en aangenamer te maken. De uitdaging ligt in het vinden van een evenwicht: hoe benutten we de voordelen, terwijl we tegelijkertijd voorkomen dat groepen werknemers achterblijven?
Disclaimer: Dit artikel is opgesteld door HCC!ai ter informatie voor haar leden. HCC!ai heeft geen belangen in de genoemde organisaties of bedrijven. De inhoud is bedoeld als analyse en achtergrondinformatie en vormt geen professioneel advies.