Microsoft heeft in een recent onderzoek opvallende resultaten geboekt met een nieuw AI-systeem voor medische diagnoses. De zogenoemde AI Diagnostic Orchestrator, ontwikkeld in samenwerking met OpenAI, wist in gesimuleerde medische casussen beduidend beter te presteren dan een groep ervaren artsen. De technologie lijkt niet alleen nauwkeuriger, maar ook veelbelovend op het gebied van kostenbesparing en efficiëntie in de gezondheidszorg.
AI versus artsen: een gecontroleerde strijd
In een test met 304 complexe medische casussen uit het gerenommeerde New England Journal of Medicine werd het AI-systeem naast 21 praktiserende artsen gezet. Deze artsen hadden ieder tussen de vijf en twintig jaar ervaring. Zowel de AI als de artsen kregen dezelfde realistisch opgezette casussen voorgelegd, waarbij ze stap voor stap een diagnose moesten stellen. Denk aan het beoordelen van symptomen, het aanvragen van laboratoriumonderzoeken en het uitsluiten van mogelijke aandoeningen – precies zoals het in de klinische praktijk zou gaan.
De AI, die gebruikmaakt van het geavanceerde OpenAI-taalmodel GPT-4 (o3), wist in maar liefst 85,5% van de gevallen tot de juiste diagnose te komen. De artsen daarentegen bleven steken op een gemiddelde van slechts 20%. Daarbij moet worden opgemerkt dat de artsen tijdens het experiment geen toegang hadden tot ondersteunende bronnen zoals medisch naslagwerk, collega’s of digitale hulpmiddelen – iets waarop zij normaal gesproken wél kunnen terugvallen.
Kostenbesparing als drijfveer
Microsoft benadrukt dat het onderzoek niet bedoeld is om artsen buitenspel te zetten, maar om te laten zien dat AI een waardevolle rol kan spelen in het verbeteren én betaalbaar houden van zorg. Volgens het bedrijf maken onnodige medische kosten een fors deel uit van de totale gezondheidsuitgaven, vooral in de Verenigde Staten. Een nauwkeuriger en sneller diagnosesysteem zou dit kunnen beperken, onder meer door overbodige tests en foutieve behandelingen te voorkomen.
Mustafa Suleyman, CEO van Microsoft AI, noemde de resultaten “een stap richting medische superintelligentie.” Hij wijst erop dat het om zeer lastige casussen ging, waarin veel ervaring én redeneervermogen vereist zijn – precies de omstandigheden waarin AI traditioneel moeite heeft om zich staande te houden. Toch bleek het systeem zelfs onder deze omstandigheden opmerkelijk goed te presteren.
Mens en machine: partners in de zorg?
Hoewel de uitkomst indrukwekkend is, roept het onderzoek ook vragen op over de praktische inzetbaarheid van dit soort systemen. De artsen in de studie werkten in een gesimuleerde omgeving zonder hulpmiddelen. In de echte wereld zouden zij waarschijnlijk beter presteren door toegang tot databases, overleg met collega’s en eigen klinische ervaring. Bovendien vereist medische zorg ook empathie, communicatie en ethisch afwegen – aspecten waarin AI voorlopig nog niet uitblinkt.
Toch illustreert het onderzoek dat AI inmiddels op een punt is beland waar het niet langer louter ondersteunend is, maar in bepaalde scenario’s ook zelfstandig waarde kan leveren. In plaats van artsen te vervangen, ligt de toekomst waarschijnlijk in samenwerking: artsen die hun klinische blik combineren met de rekenkracht en informatieverwerking van AI, met als doel betere en snellere zorg voor patiënten.
De volgende stap
Microsoft ziet in zijn Diagnostic Orchestrator een fundamenteel hulpmiddel voor toekomstige zorgsystemen, vooral in regio’s waar artsentekorten heersen of waar toegang tot gespecialiseerde expertise beperkt is. Door AI toe te passen bij de eerste diagnostische stappen kunnen zorgsystemen efficiënter werken, patiënten sneller geholpen worden en de druk op medische professionals afnemen.
Hoewel er nog veel vragen zijn over verantwoordelijkheid, privacy, training en regulering, is één ding duidelijk: de medische wereld staat aan de vooravond van een digitale revolutie. En AI lijkt daarin geen bijrol meer te spelen, maar een hoofdrol.