Kunstmatige intelligentie wordt steeds vaker gepresenteerd als de grote productiviteitsmotor van de moderne werkplek. Maar hoeveel tijd winnen mensen in de praktijk nu werkelijk met AI? OpenAI geeft daar een nuchter en interessant antwoord op in zijn recente rapport The State of Enterprise AI, gebaseerd op gebruiksdata van meer dan een miljoen zakelijke klanten en een onderzoek onder circa 9.000 werknemers bij bijna honderd organisaties.
De belangrijkste conclusie: AI is inmiddels stevig ingebed in het dagelijkse werk, maar de tijdwinst blijft voor de gemiddelde gebruiker voorlopig beperkt.
AI is geen experiment meer
Uit het rapport blijkt dat AI voor veel werknemers geen experiment of speeltje meer is. Driekwart van de ondervraagden geeft aan dat AI hun werk sneller of kwalitatief beter maakt. Evenveel mensen zeggen dat ze dankzij AI taken kunnen uitvoeren die voorheen buiten hun bereik lagen, bijvoorbeeld omdat ze programmeerkennis misten, moeite hadden met formuleren of complexe informatie moesten samenvatten. Dat beeld zal voor veel HCC-leden herkenbaar zijn: AI als hulp bij schrijven, analyseren, samenvatten, programmeren, brainstormen of het voorbereiden van presentaties.
De tijdwinst: nuttig, maar bescheiden
Tegelijkertijd temperen de cijfers de verwachtingen. Gemiddeld besparen gebruikers van ChatGPT Enterprise minder dan één uur per werkdag. Dat is waardevol – zeker op jaarbasis – maar het is geen revolutie waarbij halve werkdagen verdwijnen. Dat geldt ook voor veel kenniswerk: AI helpt vooral bij specifieke taken, niet bij het volledig overnemen van complete functies. Denk aan sneller code schrijven, documenten herschrijven, e-mails opstellen of ideeën structureren. De ‘flow’ van het werk verandert, maar de werkdag blijft grotendeels even lang.
Gebruik groeit explosief
Interessant is dat het gebruik van AI wel razendsnel toeneemt. Het aantal wekelijkse berichten in ChatGPT Enterprise is in een jaar tijd bijna acht keer zo hoog geworden. Complexere toepassingen, zoals het bouwen en gebruiken van eigen GPT’s en geautomatiseerde workflows, worden zelfs negentien keer vaker ingezet. Dat laat zien dat organisaties experimenteren voorbij simpele vraag-en-antwoord-toepassingen. Toch vertaalt die groei zich niet automatisch in evenredige tijdswinst. Meer gebruik betekent niet vanzelf meer productiviteit.
Het verschil zit in hoe je AI inzet
Het rapport maakt onderscheid tussen incidentele gebruikers en zogeheten ‘frontier users’. Deze intensieve gebruikers sturen veel meer prompts, bouwen vaste workflows en gebruiken AI als een structureel onderdeel van hun werkproces. Zij rapporteren tijdsbesparingen tot ruim tien uur per week. Dat is een belangrijk inzicht voor HCC-leden: de winst zit minder in de tool zelf, en meer in de manier waarop je ermee werkt. Wie AI af en toe raadpleegt, wint minuten. Wie AI structureel inbedt in zijn werkwijze, wint uren.
Wat betekent dit voor HCC-leden?
Voor HCC-leden – of je nu vrijwilliger, professional of hobbyist bent – onderstreept dit rapport een paar dingen:
* AI is vooral een versterker van vaardigheden, geen vervanger van denken
* De grootste winst zit in herhaalbare taken en vaste workflows
* Verwacht geen wonderen zonder investering in leren en experimenteren
* De echte productiviteitsstap vraagt om anders werken, niet alleen sneller werken
AI blijkt daarmee voorlopig vooral een zeer capabele assistent: eentje die het werk lichter maakt, fouten vermindert en creativiteit ondersteunt, maar die het werk nog niet fundamenteel wegneemt.
Vooruitblik
De open vraag blijft of deze tijdswinst de komende jaren verder oploopt, of dat we dicht bij een natuurlijke bovengrens zitten van ongeveer een uur per dag. Veel zal afhangen van integratie met andere systemen, automatisering over meerdere stappen en de bereidheid van mensen om hun werkprocessen echt opnieuw te ontwerpen.
Voor nu laat dit rapport vooral zien: AI werkt, helpt en bespaart tijd – maar alleen wie het bewust en structureel inzet, haalt er het meeste uit.